Veelgestelde vragen

Heeft je warmtepomp een kleurendisplay, dan kun je ermee communiceren via NIBE Uplink. Wil je zeker weten of jouw warmtepomp compatibel is met NIBE Uplink? Vul dan op de website van NIBE Uplink het serienummer in. Is je warmtepomp niet compatibel, dan kan deze in een aantal gevallen met een upgrade-set tóch geschikt worden gemaakt voor NIBE Uplink. Je installateur kan je hier nader over informeren.

Ga voor de NIBE Uplink app naar de App Store (iOS) of de Play Store (Android) en download de app op je smartphone of tablet.

De app voor myUplink kun je hieronder downloaden:

Bezoek voor meer informatie over NIBE Uplink de pagina over zogeheten slimme woningen op deze website. Of ga rechtstreeks naar de website van NIBE Uplink .

Klik hier om te zoeken naar de handleiding van je NIBE-product (in pdf-formaat).

Heb je een dringende storing? Neem dan – ook op werkdagen – contact op met je installateur.

Bij het NIBE PV-systeem worden omvormers van het merk Goodwe toepassen. Bij deze omvormers vind je het serienummer aan de rechterkant.

Het kan geen kwaad om je boiler uit te schakelen zolang deze in een vorstvrije ruimte staat. Schakel je de boiler uit, dan moet je er wel rekening mee houden dat in stilstaand (lauw) water bacteriegroei kan ontstaan. Let dus goed op als je water gebruikt dat langdurig heeft stilgestaan nadat je de boiler weer hebt ingeschakeld.

Het aftappen van je boiler gebeurt via de overstortleiding van de veiligheidsklep. Hieronder lees je hoe je een NIBE Eminent boiler kunt legen:

Waarschuwing: pas op voor heet spatwater!

1. Trek de stekker van de boiler uit het stopcontact.
2. Sluit de afsluitkraan (met de klok mee).
3. Open de mengklep volledig (tegen de klok in).
4. Open de veiligheidsklep langzaam (tegen de klok in) circa een kwartslag totdat deze in geopende positie blijft staan.
5. Verwijder de ontluchtingsschroef en open een warmwaterkraan (bij voorkeur de dichtstbijzijnde of de laagste kraan in de waterleiding).
6. Voer om het legen te versnellen lucht aan via de ontluchtingsschroef.
7. Laat de kleppen in deze stand staan nadat je bovenstaande maatregelen hebt uitgevoerd totdat je de boiler weer gaat gebruiken.

1. Controleer of de stekker in het stopcontact zit.
2. De controle van de zekering in de meterkast is uitgeschakeld en schakel deze zo nodig weer in.
3. Comtroleer of de thermostaat goed staat ingesteld.
4. Neem contact op met je installateur als je het probleem zelf niet kunt oplossen.
5. Heb je nog geen installateur? Neem dan contact op met NIBE.

Klik hier om te zoeken naar de handleiding van je NIBE boiler (in pdf-formaat).

NIBE stelt voor haar RVS- en kopergevoerde boilers geen eisen aan periodiek onderhoud. Wel is het verstandig om je boiler periodiek te (laten) inspecteren. Bij een inspectie wordt gekeken of de aansluitingen van de boiler niet lekken en worden de functies van de inlaatcombinatie gecontroleerd. Is je boiler voorzien van een zwerfstromanode, dan wordt ook deze gecontroleerd.

Vermoed je dat je boiler niet naar behoren functioneert? Neem dan contact op met je installateur.

Heb je een dringende storing? Neem dan – ook op werkdagen – contact op met je installateur.

Belangrijk om na te gaan voordat je een storing meldt!

1. Zoek naar een oplossing in de veelgestelde vragen of in de gebruikershandleiding van je boiler.
2. Controleer of de stekker in het stopcontact zit.
3. Controleer of er een zekering in je meterkast is uitgeschakeld, ga – als dit het geval is – na wat de oorzaak daarvan is en los dit probleem op.
4. Is het uitschakelen van een zekering niet veroorzaakt door je boiler, dan moet deze na het oplossen van het probleem en het inschakelen van de zekering weer functioneren.
5. Is dit niet het geval? Controleer dan of de temperatuurinstelling van de thermostaat goed staat ingesteld .
6. Controleer tot slot of de afsluitkraan van de inlaatcombinatie volledig is geopend.
7. Neem contact op met je installateur als je boiler nog steeds niet functioneert.

1. Controleer of het bedieningsdisplay van je warmtepomp een mogelijke storing vermeldt en raadpleeg de handleiding voor uitleg over de getoonde informatie.
2. Controleer de druk in de cv-installatie en vul de installatie indien nodig bij.
3. Controleer of alle (thermostatische) radiatorkranen open staan zodat er doorstroming is in de cv-installatie.
4. Lees meer over hoe je de temperatuur in je huis instelt.
5. Controleer de bedrijfsstand zodat het elektrisch verwarmingselement niet is geblokkeerd.
6. Start je warmtepomp eventueel opnieuw op.
7. Neem contact op met je installateur als je het probleem zelf niet kunt oplossen.

Om de juiste binnentemperatuur te verkrijgen, moeten alle instellingen van je warmtepompinstallatie kloppen. Dit betekent dat:

• de juiste stooklijn is gekozen
• de thermostatische radiatorkranen correct zijn ingesteld
• de buitentemperatuur correct wordt weergegeven (ter controle)

Al deze factoren zijn van invloed op de temperatuur in je huis. Hoe je de ruimtetemperatuur verandert, verschilt per model. Mogelijk heb je in de woonkamer een ruimtethermostaat waarop je de temperatuurinstelling kunt aanpassen. Onderstaande instructies gelden voor de meest gangbare NIBE warmtepompen. Raadpleeg ook de handleiding van je eigen NIBE warmtepomp voor meer gedetailleerde informatie:

1. Selecteer met de draaiknop de optie ‘Binnenklimaat’ (het huisje) en bevestig met ‘OK’. Selecteer vervolgens de optie ‘Temperatuur’ en bevestig met ‘OK’. Selecteer tot slot de optie ‘Verwarming’ en bevestig nogmaals met ‘OK’.
2. Je ziet nu een thermostaatsymbool met een temperatuuraanduiding. Is je installatie voorzien van een ruimtethermostaat of een temperatuursensor, dan wordt de werkelijke temperatuur weergegeven. Zo niet, dan zie je een waarde van -10 tot +10.
3. Druk op ‘OK’ zodat de temperatuurweergave groen wordt, pas de temperatuur met de draaiknop aan en bevestig de instelling met ‘OK’.
4. Verlaat het menu door herhaaldelijk op de ‘Terug’-toets te klikken.

Is er in je huis een ruimtethermostaat (met kleurendisplay) geïnstalleerd? Dan kun je de temperatuur ook als volgt aanpassen:

1. Druk op een pijltjestoets.
2. Kies ‘Temperatuur’ en bevestig met ‘OK’. Er verschijnt nu een thermometersymbool met een temperatuuraanduiding.
3. Druk nogmaals op ‘OK’ zodat de temperatuurweergave groen wordt, pas de temperatuur met de pijltjestoets aan en bevestig de instelling met ‘OK’.
   
4. Keer met de 'Terug-toets' terug naar het normale weergave.

Houd er rekening mee dat je - afhankelijk van je installatie - tot enkele uren moet wachten na elke verandering, want het kost tijd voordat de temperatuur in je huis is gestabiliseerd.

Als je voor zaken met betrekking tot service en ondersteuning contact met NIBE opneemt, heb je het serienummer van je warmtepomp nodig. Het serienummer bestaat uit 14 cijfers en wordt vaak voorafgegaan door de aanduiding ‘S/N’. Je kunt het serienummer opzoeken in het informatiemenu van je warmtepomp. Ook is er een serienummerplaatje aangebracht op de buitenkant van je warmtepomp (in de meeste gevallen in de rechter benedenhoek van het voorpaneel). Kun je het serienummerplaatje niet vinden of is het onleesbaar? Raadpleeg dan de handleiding om te zien waar het serienummerplaatje op jouw warmtepomp is aangebracht.

Meer weten? Bekijk dan de instructievideo

Heb je een dringende storing? Neem dan – ook op werkdagen – contact op met je installateur. Heb je nog geen installateur? Kijk dan hier voor de dichtstbijzijnde installateur die NIBE warmtepompen installeert, inspecteert en onderhoudt.

Belangrijk om na te gaan voordat je een storing meldt!

1. Zoek naar een oplossing in de storingscode zoeker of in de gebruikershandleiding van je warmtepomp.
2. Controleer of er een zekering in je meterkast is uitgeschakeld. Ga – als dit het geval is – na wat de oorzaak hiervan is en los dit probleem op.
3. Is het uitschakelen van een zekering niet veroorzaakt door je warmtepomp, dan moet deze na het oplossen van het probleem en het inschakelen van de zekering weer functioneren.
4. Is dit niet het geval? Controleer dan of alle (thermostatische) radiatorkranen open staan.
5. Controleer tot slot of de juiste bedrijfsstand van de warmtepomp is geselecteerd.
6. Neem contact op met je installateur als je warmtepomp nog steeds niet functioneert.